20110517

Dag 30 t/m 34 Pompeï, Vesuvius, Napels en Amalfikust

12 t/m 16 juni    Dag 30 t/m 34

De camping Azurro in Seiano bevalt ons niet: lawaaiig en slecht sanitair. Verhuizen naar een van de twee buurcampings lijkt ons i.v.m. het lawaai geen optie. We verkassen daarom naar Camping Zeus in Pompeï. Op deze zondagochtend (1e Pinksterdag) zullen we in ieder geval geen vrachtverkeer tegen komen op het smalle toegangsweggetje, zo redeneren we. Dat klopt, maar wel een stroom personenauto’s, onderweg naar het strand en het haventje van Seiano. Bij iedere bocht toeteren we mar toch gaat het mis. Bijna boven, toeteren we net even te laat en in een nauwe bocht schiet een tegemoet komende auto nog net in het gat tussen caravan en muur. Helaas, net te nauw en in het passeren schept ze een spatbord van onze caravan. Weer komt de ducktape van pas: terplekke plakken we het loshangende en gekraakte spatbord weer zo goed mogelijk vast en vervolgen onze weg.

Pompeii

Een uurtje later staan we in Pompeï. (vanuit het zuiden is dit afslag Pompeï, vanaf het noorden Pompeï Ovesta). Direct na de afslag van de autostrada sta je vanuit het zuiden komend op camping Zeus. De camping heeft redelijk sanitair, warm water en schaduwrijke, ruime plekken.

Na de koffie gaan we naar de opgravingen; ze liggen letterlijk om de hoek van de camping. De in het jaar 79 onder stof en as van de uitbarstende Vesuvius bedekte stad is enorm groot. Er woonden destijds duizenden mensen. Het stratenplan van de stad is nog in tact en we lopen langs wat ooit winkeltjes en wijnbars waren. Daar achter liggen de vaak enorme villa’s, die als zomerhuis dienden voor rijke inwoners van Rome. In sommige villa’s zijn nog restanten van muurschilderingen zichtbaar en overal kun je het grondplan nog goed zien. Een aantal huizen is deels gerestaureerd en voor het publiek open.






Een van de hoogtepunten is de wat buiten de oude stad liggende Villa dei Misteri met fraaie muurschilderingen. We brengen uren in de opgegraven stad door en met ons nog vele mensen; het is hier echt druk. Om alles te bekijken heb je veel tij nodig, de warme uren van de dag zijn dan ook niet te vermijden. Flink water mee, dus.
                                                                -0-0-0-0-0-0-

Napels

Natuurlijk gaan we vanaf camping Zeus ook een dagje naar Napels. Vlakbij de camping is een station van een regionale metro-achtige trein. Voor 2,80 p.p. enkele reis brengt die ons in zo’n 40 minuten naar het hoofdstation in Napels. Daarvandaan lopen we naar de Dom en door het oude centrum. Alle angstaanjagende verhalen ten spijt: er ligt geen vuil op straat, althans niet meer dan het in Zuid-Italie overal gebruikelijke zwerfvuil en van criminaliteit hebben we ook niks gemerkt.
De stad kent in het oude centrum drie smalle hoofdstraten, die door nog smallere straatjes met elkaar zijn verbonden. We lopen er kris-kras doorheen.









Opvallend is dat neringdoenden van één soort bij elkaar zitten. Zo zien we in de straat naar de dom talloze winkels met bruidskleding en winkels met gewaden voor geestelijken. Komen die uit de hele regio een dagje naar Napels om een nieuwe toga en dergelijke uit te zoeken, zo filosoferen wij.

In een ander straatje vinden we talloze werkplaatsjes/winkeltje voor kerststalfiguren. De kerststallen zelf zijn hele dorpjes, waar dorpelingen hun ambachten uitoefenen en ergens onderin een grot is voor Maria, Jozef en het kindeke. Hoe groter het dorpje, hoe mooier. Een andere straat herbergt talloze winkeltjes met muziekinstrumenten. Ter plaatse zien we viool- en gitaarbouwers aan het werk.

 De middag brengen we door in het Archeologisch Museum. Daar zijn talloze mozaïeken en fresco’s ondergebracht, die in Pompeii zijn gevonden. Sommige mozaïeken zijn opgebouwd uit duizenden piepkleine steentjes en nog vrijwel helemaal gaaf. De fresco’s geven soms hele voorstellingen weer maar lijken soms ook op hedendaags behang met randjes. Eigenlijk andersom, dus. Het geheel geeft goed weer hoe prachtig en rijk versierd die villa’s in Pompeii waren. We zijn maar een dag in Napels maar er is meer te zien: de boulevard, het voormalige koninklijk paleis en het hoog gelegen Certosa di San Martino. Voor een volgende keer misschien.

                                                       -0-0-0-0-0-0-

Amalfikust 

Vanaf het station bij de camping brengt de trein ons naar Sorrento (2,10 euro, ca. half uur per trein). Vanaf het station in Sorrento gaan we een dag per bus naar de Amalfikust. De streekbus kost 7,20 uur voor de hele dag en doet een uur en drie kwartier over de weg naar Amalfi.

De route voert eerst naar het puntje van Sorrento, waar je hoog rijdend, aan twee kanten de zee kunt zien. Daarna kronkelt de bus, al toeterend en met ware stuurmanskunst, door de vele haarspeldbochten van de beroemde kustweg. De weg is smal en verboden voor campers en caravans. Rijden met een personenauto mag wel; dat vergt het nodige van de chauffeur. Stoppen onderweg kan maar op een paar plaatsen. Wij waren wel blij met de keuze voor de busrit. Amalfi zelf is behoorlijk toeristisch. We lopen er wat rond, lunchen er en gaan dan met de volgende bus naar Ravello.







Dat stadje is rustiger en mooier. Het is beroemd om de ateliers met keramiek: borden, schalen en ook heel mooie tafelbladen. Helaas begint het te onweren en hard te regenen, zodat we niet veel van het stadje zien. Ook naar boven klimmen om zo van het beroemde uitzicht te genieten, lokt niet in de plensbui. Het beoogde schitterende uitzicht op de Amalfikust hiervandaan valt dus letterlijk in het water. We gaan met de bus terug naar Amalfi. De terugtocht kost tijd en energie: door de regen willen alle toeristen tegelijk weg en dat kan de twee maal per uur rijdende bus van Amalfi naar Sorrento nauwelijks aan.

                                                                -0-0-0-0-0-0-

Woensdag 15 juni besteden we aan huishoudelijke zaken als wassen en boodschappen doen en het naar het vliegveld van Napels brengen van zus. Ook deze dag eindigt rond 4 uur ’s middags met een enorme onweers- en regenbui. Met kunst- en vliegwerk lukt het weer de was droog te krijgen.

                                                               -0-0-0-0-0-0-

Vesuvius

16 juni - Hoger, steeds hoger hotseknotst de vierwielaangedreven kruising tussen een bus en een jeep de Vesuvius op. Je kunt tenslotte niet aan de voet van deze vulkaan staan, zonder naar boven te gaan, zo vinden we. Vanaf de camping (alweer) vertrekt overdag ieder uur zo’n voertuig de berg op.

Het is een mooie tocht door het natuurgebied van de vulkaan. Op de flanken bloeien de gele brem en paarse bloemen. De Vesuvius is beduidend minder hoog dan de Etna maar ook hier passeren we de boomgrens. Tussen de zwarte lava groeien en bloeien hier nog wel wat lage planten. De bus/jeep brengt ons niet ver van de krater. Daarvandaan klimmen we in een half uurtje naar boven.







 Het is helder weer en dat geeft een goed zicht om aan de ene kant de enorm diepe krater (een soort gat met opgeslagen kraag) en aan de andere kant zicht op de kust en alle daar liggende plaatsjes. De laatste keer dat er een eruptie was, was in 1944; sindsdien is de vulkaan rustig. Dat is maar goed ook, als je bedenkt dat er inmiddels 750.000 mensen in een straal van 10 kilometer rondom de Vesuvius wonen. Zij leven en dansen dus letterlijk op een vulkaan. Gelukkig wordt niet verwacht dat hij binnenkort uitbarst. Via seismografische meetstations rondom de krater wordt nauwlettend in de gaten gehouden of er ‘iets’in en rondom de krater verandert. De Vesuvius is daarmee de best bewaakte vulkaan ter wereld. Al met al is de Vesuvius misschien wel minder imposant dan de Etna, maar in dit geval hebben we in ieder geval echt de krater gezien!